Kennisbank
ICQ-Talent Profs vervult jouw kennisbehoeften op het gebied van het Sociaal Domein en SROI. In onze uitgebreide kennisbank vind je een schat aan informatie over essentiële thema's en opkomende ontwikkelingen binnen het Sociaal Domein. Ontdek bovendien meer over SROI en onze toewijding aan een inclusieve arbeidsmarkt.
Door elkaar te helpen streven we naar een betere, meer inclusieve samenleving en dragen we bij aan een doeltreffende en ondersteunende overheid, waarbij zelfs de meest kwetsbare burgers zich gehoord en gesteund voelen. Dit is de essentie van het bestaan van ICQ-Talent Profs.
Simpel switchen
Dagbesteding
Sinds de decentralisaties in 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor een groot deel van de dagbesteding. Dagbesteding beslaat een breed aanbod voor veel verschillende doelgroepen. Ook vallen de diverse vormen van dagbesteding onder verschillende wettelijke kaders: Wmo, Wlz en Participatiewet.
Was het vroeger nog gebruikelijk dat inwoners die gebruik maakten van dagbesteding daar bleven zolang het hen paste, nu is steeds meer aandacht voor de groeimogelijkheden van de deelnemers. Dit zien we onder andere terug in de groter wordende verbinding tussen Wmo en Participatiewet. Het onderzoek ‘Simpel Switchen op de kaart’ geeft aan dat voor een aanzienlijk deel van de mensen in dagbesteding kansen worden gezien om door te stromen naar vormen van werk (Movisie, 2020). Niet zo vreemd daarom dat gemeenten steeds vaker van aanbieders vragen aandacht te hebben voor deze doorstroom. Mensen die uit dagbesteding doorstromen doen dit naar een andere vorm van dagbesteding, vrijwilligerswerk, beschut werken, werk in het kader van de banenafspraak of regulier werk.
Switchen
Het ‘switchen’ van dagbesteding naar bijvoorbeeld werk of vrijwilligerswerk wordt door deelnemers vaak als belemmerend ervaren. Zo gaan mensen er financieel niet op vooruit of zelfs achteruit. Ook zijn mensen bang dat als het tegenzit en ze ‘terugvallen’ ze niet meer beroep kunnen doen op hun oude uitkering of de ondersteuning die ze kregen. Tegelijk lopen de uitvoerders tegen de complexiteit van regels aan en is er bij gemeenten en aanbieders weinig zicht op de ontwikkelingen van deelnemers.
Movisie (2020) onderscheidt de volgende potentiële belemmerende factoren in de wet- en regelgeving, uitvoering en praktijk:
- Het systeem van wet- en regelgeving is (impliciet) te zeer op een lineair proces gericht met betaald werk als hoogste stap;
- Het systeem is dermate ingewikkeld dat de mogelijkheden die het biedt niet ten volle benut worden;
- De financieringssystematiek prikkelt uitvoerders – onbedoeld- tot het geven van prioriteit aan degenen die op korte termijn het meest kansrijk op de arbeidsmarkt zijn, een groep waartoe deelnemers aan dagbesteding in de regel niet gerekend worden;
- Er is in de indicatiestelling voor dagbesteding weinig aandacht voor een mogelijke ontwikkeling richting vormen van werk;
- Als gevolg van de financieringswijze zijn aanbieders van dagbesteding mogelijk terughoudend om deelnemers te ondersteunen en stimuleren om over te stappen naar andere vormen van werk;
- De organisatorische en financiële schotten in de gemeentelijke organisatie;
- Beperkingen inherent aan het gemeentelijk beleid en de organisatie;
- Op diverse niveaus – aanbieders, gemeenten en uitvoerders van regelingen – is te weinig oog voor de ontwikkeling van deelnemers en hun mogelijkheden om stappen op het gebied van werk te zetten;
- Deelnemers aan dagbesteding kunnen, om allerlei (geanticipeerde) ervaringen en denkbeelden, afzien van een stap naar ander werk;
- De ‘routes’ van deelnemers aan dagbesteding worden niet of nauwelijks gemonitord. (Movisie, 2020, p. 90-95.
Movisie (2020)
Simpel Switchen moet de doorstroom van dagbesteding naar werk vergemakkelijken. Movisie (2020) doet vijf aanbevelingen aan gemeenten om de overgang tussen dagbesteding en werk te verbeteren:
- Stel ontwikkeling van mensen centraal en begin bij hun wensen en mogelijkheden;
- Maak de vraag wat de best passende plek is voor mensen leidraad in het uitvoeringsproces; expliciteer en faciliteer de routes die mogelijk zijn;
- Maak de wet- en regelgeving inzichtelijk en toepasbaar vanuit de verschillende wettelijke kaders (Wmo, Wlz en Participatiewet). B. Zorg dat partijen (verschillende afdelingen binnen gemeenten en UWV) toegang hebben tot dezelfde regelingen, instrumenten en financiële middelen;
- Maak samenwerkingsafspraken met aanbieders, gericht op het optimaliseren van de mogelijkheden tot ontwikkeling van deelnemers, waar een periodieke evaluatie onderdeel van uitmaakt;
- Stimuleer werkgevers optimaal om (beschutte) werkplekken te realiseren, ook voor deze doelgroep. (Movisie, 2020, p. 97-101)
Best practice: de Omgekeerde Toets ®
Maatwerk
Hoe lever jij als professional in het sociaal domein maatwerk zonder willekeur? Het kan met de omgekeerde toets; een methodiek van Stimulansz die recht doet aan de Participatiewet, de Wmo 2015, de Wet schuldhulpverlening en de Jeugdwet. De toets is ook toepasbaar op wetten buiten het sociaal domein zoals de Onderwijswet en de Omgevingswet. Want het is een domeinoverstijgende aanpak voor integraal werken in de gemeente. De inwoners van jouw gemeente krijgen hiermee een oplossing waarmee ze écht zijn geholpen.
Het principe van de omgekeerde toets is heel eenvoudig. Allereerst kijk je naar wat nodig is. En of dat past binnen de grondwaarden van de diverse wetten. Daarbij weeg je de mogelijke effecten van een besluit in de volle breedte mee. Pas als dit helder is, komt de juridische toets. Hierbij zien we de wetsartikelen als instrumenten om de grondwaarden van de wetten te realiseren.
Zo is maatwerk mogelijk zonder dat het leidt tot willekeur. Het maakt het integraal werken in de gemeente veel makkelijker. Immers, de grondwaarden van de diverse wetten binnen het sociaal domein zijn gelijk. Het maatwerk is toetsbaar in bezwaar en beroep en voor de accountant. En volledig in lijn met de bedoeling van de wetgever.
Over Stimulansz
Stimulansz is kennis- en adviespartner van gemeenten en levert praktische oplossingen die écht werken. Zij vertalen de theorie van wet- en regelgeving naar de werkvloer, waarbij ze laten zien dat er meer mogelijk is in de regelgeving dan vaak wordt gedacht. Ze adviseren en trainen beleidsmedewerkers, klantmanagers en andere professionals en doen dat met veel enthousiasme en betrokkenheid en vanuit een grote kennis van de praktijk.
Ze helpen mee aan het verbeteren van de bedrijfsvoering via sturingsinformatie. Zo zit Stimulansz in het hart van alle werkprocessen met als doel de dienstverlening van gemeenten in het sociaal domein beter en daarmee het leven van mensen die afhankelijk zijn van die dienstverlening een stuk makkelijker te maken.
SROI Bouwblokken methode
SROI-paragraaf
Een aanbesteding bij de overheid gaat vaak gepaard met een SROI-paragraaf. Hierin vraagt de opdrachtgever aan de aanbestedende partij (de leverancier) om een deel van het bedrag om te zetten in maatschappelijke meerwaarde (Social Return On Investment). Dit kan voor de leverancier ingewikkeld zijn omdat de maatschappelijke activiteiten die worden gevraagd niet tot de corebusiness van zijn onderneming behoren. De bouwblokken methode kan hierbij helpen. Deze methode draagt bij aan een toegankelijke en transparante waardebepaling.
De bouwblokkenmethode
Door middel van de bouwblokkenmethode kan de leverancier zelf een pakket van maatschappelijke waarde samenstellen om tot de gewenste Social Return verplichting te komen. Doordat er verschillende mogelijkheden zijn om uit te kiezen, is de kans groot dat de SROI goed bij de behoeften van de leverancier passen. Of het nu gaat om het aannemen van mensen of een alternatieve invulling betreft.
Opdrachtgevers die werken met de bouwblokkenmethode beschrijven een aantal verschillende doelgroepen en mogelijkheden om aam de SROI doelstelling te voldoen. Dat kan gaan om het in (tijdelijke) dienst nemen van iemand uit de SROI doelgroep, om bij te dragen aan mobiliteit van mensen die werkloos werkzoekend zijn, om een product in te kopen dat inclusief vervaardigd is of om een activiteit te bieden dat bijdraagt aan inclusie. Op deze manier kunnen leveranciers aan hun SROI doelstelling voldoen op een manier die het beste bij hun bedrijf past.
Voorbeelden bouwblokkenmethode
Wanneer de opdrachtgever (standaard) met de bouwblokken methode werkt, zal hij de verschillende mogelijkheden en bijbehorende bedragen publiceren. Hieronder vind je twee voorbeelden van hoe dat eruit kan zien:
Voorbeeld 1 – Bouwblokken methode:
In dienst nemen
Voorbeeld 2 – Bouwblokken methode:
Analyse door ICQ-Talent Profs
ICQ-Talent Profs kijkt met bedrijven mee naar hoe deze SROI doelstelling het beste te kunnen invullen. Dat doen we door een analyse te maken van de mogelijkheden én van wat een bedrijf eventueel al doet. Dat is vaak meer dan men zelf denkt. Wanneer er nog ruimte is voor beter, helpt ICQ-Talent Profs bij het invullen hiervan. Wij bemiddelen zelf talenten die tot de SROI doelgroep behoren en bieden workshops en trainingen over en voor deze doelgroep. Daarnaast werken wij met verschillende partners samen die bijvoorbeeld producten bieden die inclusief zijn vervaardigd of voorlichting geven.
Gemeenten en regionale samenwerkingsverbanden die nog niet gebruik maken van de bouwblokken methode, helpen wij dit instrument in gebruik te nemen. Elke pakket mag immers aansluiten bij de lokale en/of regionale realiteit.
Activerend Werk
In de regio Arnhem wordt de werkwijze Activerend Werk ingezet om inwoners vanaf 16 jaar te ondersteunen bij het participeren in de samenleving. Het gaat dan bijvoorbeeld om inwoners die niet zelfstandig vrijwilligerswerk kunnen uitvoeren. Activerend Werk wordt als traject bij een werkgever ingezet door wijkcoaches van de gemeente.
Doel van Activerend Werk
Het doel van Activerend Werk is dat inwoners naar vermogen blijvend een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Dit doen we door het ondersteunen en stimuleren van de inwoner om het maximale uit zichzelf te halen. Mogelijke uitkomsten van een traject zijn een toename van zelfredzaamheid en/of tevredenheid van de inwoner, een afname van de ondersteuningsbehoefte (minder zorgkosten) en stijging van de arbeidsmogelijkheden.
Een inwoner kan zichzelf voor Activerend Werk aanmelden via de website, een werkgever, een wijkcoach of via een ander persoon. Samen wordt gekeken of Activerend Werk een passend traject kan zijn voor de inwoner. Als de inwoner nog niet precies weer wat hij wil of kan, onderzoekt hij dit samen met een consulent van het Centrum Activerend Werk. Vervolgens wordt er een traject bij een werkgever gestart. Dit ontwikkeltraject of stabiel traject wordt ingezet door de wijkcoach.
Centrum Activerend Werk (CAW)
Het Centrum Activerend Werk (CAW) is een coöperatie van Driestroom, Siza, Scalabor en RIBW. Alle inwoners vanaf 16 jaar kunnen hier de oriëntatiefase doorlopen (algemene voorziening). Daarnaast stimuleert het CAW de samenwerking tussen onderwijs, werkgevers en zorg. Hierdoor kan de aanwezige kennis en expertise worden gebundeld. Bovendien kunnen werkplekken onderling worden gekoppeld tot leer/werkketens. Doordat Activerend Werk een database beheert met beschikbare plekken is het mogelijk het gezamenlijke werkaanbod in de regio effectief te ontsluiten.
Sociale Recherche
Wanneer de uitkeringsconsulent het vermoeden heeft van uitkeringsfraude, kan deze de sociale recherche inschakelen voor een onderzoek. Dit vermoeden moet wel ergens op gebaseerd zijn. Een consulent heeft dan een melding gekregen of zelf tijdens een huisbezoek of administratieve controle ongeregeldheden waargenomen.
Van uitkeringsfraude is sprake wanneer de uitkeringsgerechtigde zwart bijverdient, inkomsten uit werk niet aan de gemeente doorgeeft, samenwoont en dit niet meldt of vermogen verzwijgt. De Sociale Recherche wordt ook ingezet bij zorgfraude. Hier kan het bijvoorbeeld gaan om fraude met persoonsgebonden budget (PGB).
Wat mag de sociale recherche?
Sociale rechercheurs zijn vaak binnen gemeenten gehuisvest. Hierdoor is het lijntje met de inkomensconsulenten kort. De Sociale Recherche mag verder onderzoek doen dan een consulent dat mag. Zo kan de Sociale Rechercheur wettelijke opsporingsmethoden inzetten zoals het horen van getuigen en het instellen van een buurtonderzoek. Zij hoeft de persoon die wordt onderzocht hiervan niet op de hoogte te stellen.
In bepaalde gevallen kan de Sociale Recherche een proces-verbaal opmaken voor een strafrechtelijk onderzoek. De officier van justitie bepaalt of de fraudepleger wordt vervolgd. De gevolgen van een strafrechtelijk onderzoek zijn zwaarder dan bij een regulier onderzoek. De fraudepleger moet de onterecht verkregen uitkering terugbetalen en loopt daarnaast kans op een hoge boete of gevangenisstraf.
Handhaving
Handhaving is onderdeel van het integrale veiligheidsbeleid van gemeenten. Het is een middel om randvoorwaarden te creëren, toezicht te houden op naleving van de regels en zo nodig deze naleving af te dwingen. Binnen gemeenten gaat het om fysieke veiligheid en sociale veiligheid. Het beleid kan zowel in fysieke domein als het sociaal domein worden belegd.
Wat houdt handhaving in
Handhaving bestaat onder andere uit ‘toezicht op de naleving van voorschriften’. Bij toezicht wordt nagegaan of iemand zich aan de geldende wet- en regelgeving houdt. Dit is niet hetzelfde als controleren of aan bepaalde wettelijke voorwaarden wordt voldaan, zoals bijvoorbeeld op grond van de Participatiewet. Toezicht is de eerste schakel in het handhavingsproces. Dit kan ook uit preventie bestaan.
Door informatie te geven over regels, kan overtreding hiervan worden voorkomen. Vinden dan toch overtredingen plaats dan zijn er verschillende instrumenten om de overtreders sancties op te leggen. Een voorbeeld hiervan is een bestuurlijke boete.
Een ander onderdeel van handhaving is opsporing. Bij een (redelijke vermoeden van) een strafbaar feit wordt onderzoek gedaan om de overtreders te kunnen vervolgen. De opsporing gebeurt onder de leiding van de officier van justitie. Hoewel toezichthouders soms ook opsporingsbevoegdheid hebben, is het van belang deze twee processen van elkaar te scheiden. Je wilt de van de verdachte of betrokkene beschermen. Ook kan anders de verhouding tot het OM in gedrang komen.
Samenwerking
Voor effectieve en integrale handhaving is het gezamenlijk ontwikkelen van beleid met interne en externe partners van groot belang. Handhaving gaat namelijk verder dan de grenzen van de gemeentelijke organisatie. In plaats van voor elk onderdeel apart beleid te schrijven, worden de beleidsterreinen op elkaar afgestemd in een integraal handhavingsbeleid. Hierin wordt ook de samenwerking met externe partijen beschreven.
Samenwerken met partners heeft als voordelen dat de resultaten die behaald worden beter zijn. Bovendien is de slagkracht groter en zijn er meer mogelijkheden om in te grijpen. Tot slot biedt samenwerking tussen partners de kans om meer klantgericht te werken. Denk bijvoorbeeld aan afstemming van controle momenten.
Met welke partijen werken gemeenten samen op het gebied van handhaving? Denk hierbij aan andere overheden, Omgevingsdiensten, politie, brandweer, UWV, OM, Inspectie SZW, Inspectie Leefomgeving en Transport, IND, Belastingdienst/FIOD, Douane en waterschappen. Maar ook: woningcorporaties, GGD, Veiligheidsregio’s, Inspectie voor de Gezondheidszorg, welzijn en natuurlijk de inwoner zelf.
Handhavingsbeleid
Met een handhavingsbeleid zorgen gemeenten voor een leidraad voor de aanpak van overtredingen. Een gemeente geeft hierin een prioritering aan voor die aanpak. Zij beschikken namelijk niet over oneindige middelen voor handhaving en toezicht. De keuzes die gemaakt worden, hebben betrekking op wanneer, hoe en met welke instrumenten zal worden gehandhaafd.
Bestuursorganen zijn verplicht om ‘adequaat’ toezicht te houden. Zij zijn echter niet verplicht handhavend op te treden bij geconstateerde overtredingen. Er kan ook gekozen worden voor (tijdelijk) gedogen. Handhavingsbeleid draagt bij aan duidelijkheid naar inwoners toe. Zij weten wat zij bij een overtreding kunnen verwachten. Hierdoor kan het beleid ook preventief werken. De gevolgen kennen van bepaalde overtredingen, kunnen inwoners weerhouden deze te begaan.
Voor de gemeente zelf zorgt een handhavingsbeleid voor een houvast bij de afwegingen die moeten worden gemaakt. Handhaving is soms (tijdelijk) niet altijd mogelijk. Daarom is het verstandig in het handhavingsbeleid vast te leggen welke zaken eerst worden opgepakt. Dit betekent natuurlijk niet dat de andere zaken blijven liggen; het gaat om een prioritering. Die prioritering wordt onder andere gemaakt op basis van veiligheid, risico’s voor inwoners en de volksgezondheid.
Draagvlak
Omdat er met zoveel partijen wordt samengewerkt en omdat het beleid invloed heeft op de samenwerking met inwoners, is het belangrijk draagvlak te creëren voor het handhavingsbeleid. Er is op zijn minst begrip nodig van alle betrokken partijen voor de keuzes die worden gemaakt.
Dit begint met zorgen voor bestuurlijk en ambtelijk draagvlak. Hiervoor is een goed samenspel tussen ambtenaren en bestuurders essentieel. Tijdens het opstellen van handhavingsbeleid worden alle betrokken bestuurders en ambtenaren meegenomen. Dit houdt in dat zij met elkaar in gesprek gaan over de deelonderwerpen en samen haalbare en meetbare doelstellingen formuleren.
Verder moet duidelijk zijn wie wanneer verantwoordelijk is. Dit vraagt dus een integrale blik gezien veiligheid en handhaving zowel onderdeel is van het fysieke domein als het sociaal domein.
Naast interne commitment is het van belang te zorgen voor maatschappelijk draagvlak. Voorwaardelijk is het op tijd en juist te communiceren over het ontwikkelde beleid. Door hierin open en helder op te treden voorkomt een gemeente dat er onduidelijkheid over het onderwerp bestaat.
Daarbij is het van belang met inwoners in gesprek te gaan over de uitgangspunten. Inwoners die van te voren weten waar ze aan toe zijn, zullen minder moeite hebben met het accepteren van het bepaalde beleid. Dit is meteen de reden waarom een handhavingsbeleid noodzakelijk is. Hoe kan een gemeente anders aan inwoners uitleggen waarom in het ene geval wel en in het andere geval niet handhavend wordt opgetreden.
Bronnen:
VNG (2019). Handhaving door en voor gemeenten. Een juridische handleiding voor de gemeentelijke praktijk.
Dagbesteding
Dagbesteding is een voorziening bedoeld voor mensen die zelf geen activiteiten (meer kunnen) ondernemen. Dit kan zijn omdat ze ouder zijn, omdat er sprake is van een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking of van psychische problematiek. Met dagbesteding kunnen zij actief zijn, hebben zij een regelmatig dagritme en komen zij in contact met andere mensen. Dagbesteding kan bestaan uit het maken van producten, een recreatieve bezigheid en het oefenen van vaardigheden zoals boodschappen doen en met geld leren omgaan. Ook wordt dagbesteding ingezet om mantelzorgers te ontlasten zodat bijvoorbeeld een dementerende partner langer thuis kan blijven wonen.
Maatwerkvoorziening
Dagbesteding kan worden uitgevoerd als maatwerkvoorziening. Dit gaat gepaard met een indicatie en met een budget en vaak een eigen bijdrage voor de deelnemer. De indicering wordt, bij lichte of matige beperkingen, via het Wmo-loket van een gemeente of Sociaal Wijkteam gedaan. Wanneer de deelnemer aan dagbesteding 24 uur zorg nodig heeft, gaat de indicering via de Wlz . Er zijn vaak speciale vormen van dagbesteding voor ouderen of mensen met een beperking. Ook GGZ-instellingen bieden dagbesteding voor hun cliënten.
Mensen kunnen ook gebruik maken van een algemene voorziening die dagbesteding biedt. Hiervoor is geen indicatie nodig; de voorziening wordt collectief gefinancierd. De laatste jaren wordt door verschillende gemeenten ingezet op terugdringen van het aantal maatwerkvoorzieningen en het stimuleren van algemene voorzieningen. Een algemene voorziening is vaak vrij toegankelijk en registreert haar deelnemers niet. Hierdoor is het lastig te meten hoeveel mensen nu daadwerkelijk van dagbesteding gebruik maakt.
Bronnen:
- Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport (2020)
- Informatie langdurige zorg en ondersteuning [databank].
- Dagbesteding: zinvol meedoen in de samenleving | UWV Perspectief
Arbeidsmatige dagbesteding
Dagbesteding kan een manier zijn voor mensen om terug te keren naar (betaald) werk; dit noemen we arbeidsmatige dagbesteding. De arbeidsmatige dagbesteding biedt op dit moment werk aan ongeveer 50.000 mensen met een somatische, psychogeriatrische, psychiatrische, verstandelijke of zintuiglijke beperking. De activiteiten dragen bij aan structuur, arbeidsritme en (sociale) zelfredzaamheid en helpen kwetsbare mensen, waar mogelijk, in te stromen op de arbeidsmarkt.
Wmo-indicatie
Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport geeft aan dat arbeidsmatige dagbesteding bedoeld is voor mensen die veel begeleiding nodig hebben bij het werk. Inwoners die dit betreft kunnen een beroep doen op ondersteuning. Mensen met lichte of matige beperkingen vragen een Wmo-indicatie aan. Voor mensen met ernstige beperkingen is (arbeidsmatige) dagbesteding onderdeel van de Wlz-zorg.
Het doel van arbeidsmatige dagbesteding is om mensen zoveel mogelijk mee te laten doen in de samenleving. Het gaat om werk met veel begeleiding in bijvoorbeeld de groenvoorziening, in een kantine of zorgboerderij. Arbeidsmatige dagbesteding biedt structuur en invulling van de dag. Het kan ook een manier zijn om de kans op een reguliere baan te vergroten.
Uitvoering Wmo en Participatiewet
Sinds 2015 zijn gemeenten zowel verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo als de Participatiewet. Binnen de Participatiewet valt onder andere de groep mensen die in aanmerking komt voor beschut werk. Onder de Wmo valt de arbeidsmatige dagbesteding, waarmee het beschut werk veel overeenkomsten vertoont. Je zou kunnen zeggen dat mensen die aan de ‘onderkant’ van beschut werk werkzaam zijn, werk uitvoeren die vergelijkbaar is met de ‘bovenkant’ van arbeidsmatige dagbesteding.
Door deze scheiding en door de veelheid aan soorten dagbesteding met verschillende regels is doorstroom en uitstroom complex. Dit heeft onder andere te maken met de verschillende regelingen met ieder eigen toetsingscriteria, de diverse financieringsstromen en de vele aanbieders die de regelingen uitvoeren. Om gemeenten op weg te helpen doet Movisie onderzoek naar Simpel Switchen – een manier om doorstroom makkelijker te maken en om belemmeringen aan te pakken (Movisie, 2020).
Bronnen:
- Movisie
- Arbeidsmatige dagbesteding [databank]
- Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Sport
- UWV Perspectief
Het Talentenspel; en bijzondere ‘tool’ binnen het Sociaal Domein
In verschillende gemeenten en binnen het UWV wordt deze bijzondere methodiek ingezet om mensen die zijn uitgevallen en/of met afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden.
Middels dit korte en zeer intensieve coachingstraject onder de naam ‘TALENT-EN-KRACHT’ wordt de deelnemer aangesproken en uitgenodigd om de regie over zijn/haar eigen leven te (her)nemen. Tevens wordt door de deelnemer zelf een stappenplan gemaakt met concrete stappen om in beweging te komen en weer (of meer) op eigen benen te gaan staan.
Wat het is en hoe het werkt voor de deelnemer
Het TALENTENSPEL is een ervaringsgerichte coaching methode waarmee je antwoord vindt op vragen als:
- Wie ben ik
- Wat kan ik
- Wat belemmert me en hoe kom ik daar doorheen
- Waar wil ik heen
- Welke stappen ga ik zetten
Het TALENTENSPEL wordt gespeeld als een spel maar is zeker geen spelletje. Het gaat over jou, je fratsen en patronen, over je binnenwereld, je verlangens, je plek in de wereld en over je ziel en je zaligheid. Het raakt je in je wezen en spiegelt je feilloos waar je vast zit en waar je aan vasthoudt. Het brengt je in contact met je diepste weten en je krachtigste bronnen. Gaandeweg het spelen treedt er een verschuiving op van stap voor stap loslaten wat niet klopt. Naar beetje bij beetje toelaten wat wel waarachtig is voor jou.
Met het leren kennen van je talenten en erkennen van hun waarde stroomt er steeds meer innerlijke kracht je systeem binnen. Dan ontstaan er kleine en grote wonderen. En het grootste wonder is wel dat je JEZELF weer vindt, authentiek en stevig geworteld in je eigen grond. Dan sta je midden in je leven en groeit het vertrouwen in jouw unieke pad en het vertrouwen dat alles wat nodig is voor jou, in jou aanwezig is.
Je hoeft niet langer buiten jezelf te zoeken, omdat je je eigen kracht leert kennen en steviger op de troon komt te zitten in je eigen koninkrijk. Je krijgt de beschikking over al je talenten, precies die talenten die passen bij jouw levensmissie, die alleen jij kunt realiseren. Werkelijk verbonden zijn met jezelf is wat gelukkig maakt. Al het andere is uiteindelijk flauwekul.
Dit spel gaat over volwassen worden, opstaan, troep opruimen en vertrouwen opbouwen, in jezelf en jouw mogelijkheden en in het leven in al haar facetten. Al met al is dit traject niet voor watjes, maar ook niet moeilijk. Het is een speelse methodiek waarin je niet meer hoeft te ‘doen’ dan je open te stellen voor de symbolische beelden vanuit je onderbewustzijn die jou liefdevol confronteren en weer in beweging brengen. Het is bijna als smelten, laagje voor laagje van je af voelen vallen wat je aan (valse) zelfbeelden hebt opgebouwd in de loop van je leven en stap voor stap te groeien in wie je bent en wat je te bieden hebt.
Praktisch voor de aanbieder
Een TALENT-EN-KRACHT traject bestaat uit 15 tot 20 uur feitelijke coaching plus overdrachts- en rapportagetijd.